De accordeon

Onstaan en bestaan

Tot welke instrumentengroep behoort de accordeon?

Je kan de accordeon het best vergelijken met de menselijke stem.
De werking van onze stem hangt af van drie belangrijke elementen:

  • een luchtstroom: de ademhaling
  • een reservoir: de longen
  • een klanksysteem: de stembanden

Deze drie elementen vindt men ook terug bij de instrumenten die behoren tot de aerofonen. Dus we toetsen of de accordeon behoort tot de categorie van de aerofonen.
In de accordeon heeft men een blaasbalg; als men aan beide zijden trekt of duwt, zuigt of duwt men de lucht door het instrument. De blaasbalg is het reservoir, zoals de longen bij de mens.

Drukt men op een toets, dan opent zich een ventiel en wordt de luchtstroom mogelijk. Dit is te vergelijken met de ademhaling.
Maar er is nog geen klanksysteem. Achter het ventiel of de luchtklep is er een metalen plaatje geplaatst. Door de luchtstroom begint het plaatje te trillen en hoort men de voorgebrachte klank. Dit plaatje noemt men de doorslaande tong. Het is te vergelijken met de stembanden en het is dus het klanksysteem van het instrument.
De aerofoon is een instrument waarbij de klank wordt voortgebracht door de luchttrillingen in of rond het instrument. Bij de accordeon is het duidelijk vooral in het instrument.

De harmoniuminstrumenten hebben dus een doorslaande tong. Door de blaasbalg wordt de lucht verplaatst en trillen de tongen in de kast. Daarvoor moet men een ventiel openen  Afhankelijk van de bouw van de harmoniuminstrumenten zijn er instrumenten die zowel op piano's of orgels lijken; vooral door het type klavier welk aangebracht is op de accordeon.

Hoe komt de klank tot bij ons?

Bekijken we de accordeon van dichterbij. We merken op dat de accordeon uit drie grote delen bestaat:

  • de baskant die we bespelen met de linkerhand, in de meeste stukken is deze ook de begeleiding van de melodie.
  • in het midden hebben we de blaasbalg.
  • de diskant- of melodiezijde die we bespelen met de rechterhand.

De melodiezijde, of de zijde die we met de rechterhand bespelen kan ofwel een pianoklavier hebben, ofwel belegd zijn met vele knoppen die men toetsen noemt. Afhankelijk van de grootte van de accordeon zullen er meer of minder rijen knoppen aanwezig zijn.

Afhankelijk van de grootte van de accordeon en de mogelijkheden die erin verwerkt zijn, kunnen we ook volgende eigenschappen hebben.

  • twee, drie, vier korige accordeon: bij de aanslag van een toets heeft men één, twee, drie of vier noten van het akkoord. Hoe meer 'koren' de accordeon heeft, hoe meer knoppen er zijn en hoe ingewikkelder het systeem wordt. Vierkorig: door één knop in te drukken, verkrijgt men een octaaf lager, een octaaf hoger + eenverdubbeling van het huidige octaaf.
  • registers: deze bestemmen de klankkleur van de gespeelde noten. Van slechts enkele registers op de accordeon die ik heb (2 voor bassen en 7 voor de melodie), kan dit in de ingewikkelde accordeon oplopen tot een paar honderden registers die dan elektronisch verkregen worden.
  • free-bassen: zoals de naam het zelf zegt, kan men het in "koor" klinken van de verschillende akkoorden in de linkerhand uitschakelen door de convector het van de free-bassen in te drukken. Daardoor worden de altbassen enkeltonig. Ook hier kan men verschillende klankkleuren, timbres hebben.
  • cassotto: als het ware een "versterker" van de klanken: een klankkast. Afhankelijk van het materiaal zal ook de gehoorde klank "metaalachtiger" of "warmer" zijn, dit laatste bij een houten cassotto.


Op de volgende tekeningen zien we de belangrijkste delen met de benamingen. We kunnen ook zien hoe de klank tot stand komt.

Maar om een klank te krijgen, moeten we eerst een luchtstroom hebben. Daarvoor moeten we aan de balg trekken of duwen. Drukken we op een knop of toets, dan zal via het hendeltje het ventiel of de klep zich openen, en zal de lucht door het open ventieltje gaan. De lucht laat de tong, die op een tongenblok bevestigd is en waardoor de lucht gaat, trillen. De trillende, doorslaande tong maakt de klank.

De grootte van de tongen, die uit metaal gemaakt zijn, bepalen de frequentie en dus de toonhoogte van de klank. Hoe kleiner de tong, hoe hoger de frequentie, hoe hoger de toon. Hoe groter de tong, hoe lager de frequentie, hoe lager de toon.
Om mooi te klinken moet eerst en vooral de tong uiterst nauwkeurig passen in de opening waar ze moet trillen. De accordeonbouwer heeft hulpapparatuur om elke tong nauwkeurig af te stemmen. Hij gebruikt een stemblok waar hij een eerste stemming doet. Daartoe maakt hij eerst alle nodige stemplaatjes klaar.

Dan bevestigt hij al deze stemplaatjes op een tongblok. Deze tongblok wordt dan op een rooster gezet waar zich ook de registerschuiven bevinden. Met de zwarte knoppen kan men een ventiel openen in de afregelmachine. Met de witte knoppen kan men de registerschuiven van de accordeon nabootsen.

Nu kan men beginnen met een tongblok af te regelen ( zie foto bovenaan). Eerst moet alles klankneutraal klinken. Ook een frequentiemeter (foto 4) helpt om de tong op de juiste frequentie af te stemmen. Ieder tongetje kan geregeld worden zodat alle frequenties juist klinken. Met de nagebootste ventielen en de registers kan je de tongen uitkiezen. De registers bepalen later de klankkleur. Ieder ventieltje zal in de accordeon met een toets geopend worden. Al naargelang de constructeur kan de toets - hendel - ventielverbinding er anders uitzien zoals we op de volgende 3 foto's merken.

Met de knoppen zullen we de ventielen openen en sluiten. De ventielen liggen op kurken en lederen onderleggers, dit om zo goed mogelijk af te sluiten. Immers, als een ventiel niet goed sluit, zal er een luchtstroompje te veel zijn. In dat geval is er dus ook een klank te veel. Bij het stemmen van een accordeon moet men erop letten dat alle toetsen een zuivere klank voortbrengen; dat de octaven juist klinken en dat de zwevingen voor een concertaccordeon tot een minimum beperkt worden. Hiervoor moet de frequentiemeter, het stemapparaat op de juiste frequentie staan. De accordeons waarmee het grote publiek begaan is, zijn wel gekend met een zekere zweving. Dit zijn de zogenoemde musetteaccordeons.
Dit stemmen moet men voor alle knoppen van het linker- en rechterhand doen en dit voor ieder register. De stemmer heeft speciale werktuigen om de tongen bij te stemmen: zoals vijltjes, krabbertjes, schroefjes om de plaats en het trillen in te stellen. Als alle tongblokken goed ingesteld zijn, worden ze in de accordeon geplaatst. Merk hier beide zijde van de accordeon

Nu kan de accordeonbouwer de registers aanbrengen die voor de verschillende klankkleuren zorgen. Daarvoor moet hij nauwkeurig te werk gaan om alle registers gelijktijdig en ook de juiste tongen in te schakelen. Daarvoor moet hij deze mechanisch inbouwen. Voor de inbouw ziet dit er als volgt uit.

Nu zal de accordeonbouwer met de accordeon spelen en desgewenst nog bijregelen om van het geheel een waardevol muziekinstrument te maken. Nu is de accordeon bijna volledig. Om te kunnen spelen, wordt de balg aangezet. Enkel de afwerkingsplaten moeten nu nog geplaatst worden.

Iets over de geschiedenis

De accordeons behoren in de groep van de aerofonen tot de groep van de harmoniums, concertina's en mondorgels. De oudste mondorgels zouden in China gesitueerd zijn in de derde eeuw voor Christus. Dit toestelletje, de sheng, werd omstreeks 1750 in Europa bekend.

Het portatief, een klein draagbaar orgeltje, had reeds een echte blaasbalg die met de linkerhand bediend werd. De pianotoetsen aan de voorkant werden met de rechterhand bediend.

Stilaan begonnen de principes beter te worden en begon ook het instrument draagbaar te worden. Dan werden de eerste accordeons gemaakt met balg en knoppen, met 5 of 7 toetsen. Daarna kwamen de concerina's.
De zwart-witte koncertina op de foto heeft 44 tonen.

Later kende men de bandoneon.
Een andere variant is de harmonica waar reeds twee tot vijf rijen aan de melodiekant zijn en de bassen tuba-achtig klinken.

Vanaf nu komen er stilaan moeilijker systemen die het toelaten met één toetsaanslag twee of meerdere ventielen te openen. Hierdoor kan men dus een akkoord laten klinken. Deze nieuwigheid kreeg de nieuwe patentnaam accordeon.

Ook werden er accordeons gemaakt in allerlei formaten. Let op het lucifersdoosje op de volgende foto.
Niet alleen is de accordeon een interessant instrument. Tijdens de geschiedenis is hij van klein blaasbalgorgel steeds verder geëvolueerd tot het instrument dat we nu kennen.
Maar er zijn ook soorten of strekkingen in de uitvoering van de instrumenten geweest. Zo hadden we chromatische en diatonische accordeons. Bij diatonische accordeons hoort men bij het trekken en duwen van de balg een verschillende toon. Bij chromatische accordeons hoort men bij het trekken en duwen dezelfde toon. Er zijn ook accordeons met pianoklavier of met de typische accordeonknoppen. Men vindt ook accordeons met Belgische bassen of Internationale bassen. Sommige accordeons zijn erg mooi afgewerkt tot kleine kunstwerken; belegd met goudbrokaat, parelmoer of platina en gemaakt in kostbare houtsoorten. Ook werden accordeons gebouwd met twee verwisselbare diskantzijden: de ene om concertstukken te spelen zonder zwevingen, de andere met de typische musettezwevingen. Zo kon men na het concertoptreden de accordeon ombouwen en met de andere diskant in het "café" gaan optreden.

Bij de intrede van de elektronica en de pc zijn er nu al accordeons waarop men zowel tussen "klassiek" als met de pc kan spelen. Daardoor stijgen alsmaar de mogelijkheden zodat er al types bestaan met een paar honderd elektronische registers zodat men ook andere instrumenten kan naspelen: bvb. piano, trompet, viool, vogels die fluiten, ... .

Door de pc kan men ook stukken spelen, opnemen en met behulp van programma's de partituren laten uitprinten.

Gebruik van de accordeon

De accordeon is een instrument waarmee men menselijk contact kan leggen; soms met een zweem naar melancholie. Vroeger was het menselijk contact soms belangrijker dan de artistieke kunde. Vanuit Wenen werd de accordeon naar Europa verspreid.
Vanaf 1910 werd de accordeon steeds beter afgewerkt zowel op esthetisch als op technisch vlak en werd het steeds meer een echt muziekinstrument.
Sinds zijn ontstaan werd de accordeon steeds als een "volks"instrument beschouwd. In het begin was het vooral het begeleidingsinstrument van marktzangers en volksmuzikanten. Zo verwierf het zijn naam en faam. Voordat de media haar intrede deed, werd het gewone volk geïnformeerd door markt en straatzangers. Al zingend vertelden de zangers wat er om hen heen gebeurde: rampen, moorden, ... .

Zo had de accordeon een informatieve, educatieve en onderhoudende invloed. Ook werden er liedjes gezongen die soms pikant, opruiend waren. De zanger gaf blijk van een boodschap te brengen met een lach of een traan; als pleiter van deugdzaamheid, eerbied, onderdanigheid, vaderlandse liefde, ... . Hierdoor werden in die tijd ook accordeonisten en marktzangers afgebeeld op schilderijen omdat ze echt deel uitmaakten van het leven.

Door de snelle doorbraak van de media verdwenen de straatzangers en ook de accordeon uit het straatbeeld. Een logisch gevolg hiervan is dat de accordeon ook stilaan in het verenigingsleven doorbrak.

Bron: https://accordeonistenhalle.be/over-ons/de-geschiedenis-van-de-accordeon